Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet [60]op de bergen de voeten [61]desgenen, die het goede boodschapt, die [62]vrede doet horen; [63]vier uw vierdagen, o Juda! betaal uw geloften; want [64]de Belials-[man] zal voortaan niet meer [65]door u doorgaan; [66]hij is gans uitgeroeid. 60. Of, op deze bergen; dat is, in het land Juda, hetwelk een bergachtig land is. 61. Of, van een die goede tijding brengt, of, van een Evangelist; versta dit van de blijde tijding aangaande de slachting van het leger der Assyriers, en kort daarna van den dood van hunnen koning. Doch dit past ook op de geestelijke verlossing der Joden door Christus. 62. Dat is, overwinning en welstand. 63. Alsof Hij zeide: Nu moogt gij, volk van Juda, vrij en frank uw heiligen godsdienst oefenen en uwen God loven en danken, hetwelk u een langen tijd herwaarts van de Assyriers is verhinderd geweest. 64. Zie Hag.1:11. 65. Dat is, hij zal met zijn verderfelijk heirleger niet meer in, noch door uw land trekken, gelijk Joel 3:17. 66. Te weten, zijn leger, waaruit 185.000 man, van den engel, en hij van zijne zonen Adramelech en Sarefar verslagen is.